Letlhakane naar Central Kalahari - Reisverslag uit Letlhakane, Botswana van Fred Daniels - WaarBenJij.nu Letlhakane naar Central Kalahari - Reisverslag uit Letlhakane, Botswana van Fred Daniels - WaarBenJij.nu

Letlhakane naar Central Kalahari

Door: FredDaniels

Blijf op de hoogte en volg Fred

09 Augustus 2011 | Botswana, Letlhakane

Bedankt voor jullie reacties. Blij te lezen dat ik jullie niet verveel met mijn verhaaltjes.
Ik ben naar N!xai N!xai pans geweest.
Het uitroepteken staat voor een tongklik. Die pans zijn uitgedroogde meren uit een ver verleden. In sommige staat nu weer wat water omdat het zo uitzonderlijk veel geregend heeft dit regenseizoen. Maar N!xai N!xai is kurkdroog. Een vlakte zonder horizon.
Na de asfaltweg is het 18 kilometer zandschudden. en dan ben ik halverwege. Daar is een afslag naar een groep Baobab bomen, nog 12 kilometer verder. Onderweg heb ik een Mazda vierwieldrive uit het zand getrokken en als beloning krijg ik thee met een punt gebak aangeboden als we bij de Baobabs arriveren. Na de gezelligheid en een fotoserie van de Baobabs ga ik weer 12 km terug tot de afslag en dan nog 18 kilometer verder door naar mijn gereserveerde campsite. In deze grote pan is alleen nog een kleine waterhole. Olifanten, zebras en springbokjes verzamelen zich er. Ook nog een paar struisvogels en ik fotografeer vechtende jackhalzen.
De volgende morgen ga ik terug naar de waterhole, maar er is niets tezien. Dan maar een ritje rond de pan. Ik kom nog een ato tegen en vraag of ze iest bijzonders gezien hebben. "Nee, geen roofdieren of zoiets." dan rij ik verder en nog geen 200 meter verder zie ik een Cheeta uit de bosjes komen.
Ik volg waar ie naar toe gaat en dan zie ik twee Cheeta-jongen onder de beschutting van een struik. Ik fotografeer de moeder met haar twee opgroeiende welpen. Het is wel heel ver weg. Dan gaat de moeder gevolgd door haar welpjes de vlakte op. ze maakt een jachthouding, maar de springbokjes zijn veel te ver weg en dan gaan ze terug naar de schaduw van de struik om te slapen.
Ik zie verder geen actie voor een lange tijd.
Daarna pak ik de tent in en ga het hele stuk van 36 kilometer door het diepe zand terug naar de asfaltweg. ik doe er meer dan 3 uur over. Mijn trekkerbanden zijn geweldig: nog meer grip dan de tractor op het Monsterse strand, zolang je vooruit blijft rijden graven ze zichzelf uit!
Toen de asfaltweg weer op en na 30 kilometer opnieuw het zand in. Dan is het nog 2 uur rijden tot de campsite in Makgadikgadi aan de Boteti-rivier.

Hier verzamelen zich grote aantallen zebras en wildebeest, die in de kleine waterhole niet genoeg water kunnen vinden.De rivier staat nu heel hoog. Het is moeilijk om een plek te vinden van waaruit je kunt fotograferen en de begroeing langs de oevers is ook heel dicht.
Dit is allemaal traditioneel jachtterrein van de bosjesmannen geweest. Wat zijn ze nu er dan arme-tierig aan toe!
Na twee dagen steek ik met een piepkein pondje de rivier over. Er kan net een auto op. Dan ga ik over het asfalt door naar Letlhakane, een middelgroot provincie stadje onderweg naar Lekudu.
Lekudu was vroeger een rotseilandje in het meer. Maar nu de pan helemaal droog is steekt het als enige punt boven de eindeloze lege vlakte uit.
Ik overnachte vannacht op Lekudu, de zonsondergang en de zonsopkomst zijn wel heel mooi, want de rotsen van het eilandje zijn begroeid met bizar gevormde Baobabs, die reflecteren en schaduwen geven. Ook het licht van de maan reflecteert op de witte vlakte en zet het geheel vooral 's nachts in een bijzonder licht.
Er was nog een Duitser die tot over zijn assen in de dunne bovenlaag van de pan was gezakt.
Hij was niet in het trail gebleven, zoals in alle reisgidsen wordt gewaarschuwd, maar zelf over de pan gaan rijden. Twee auto's van de campsite gingen hem helpen en kwamen ook vast te zitten. Uiteindelijk wordt het laat in de avond als de rangers hun eruit slepen.
Vanmorgen komt die Duitser vragen of ik nog drinkwater over heb, want ze hadden te weinig bij zich. Dan vertelt hij dat hij ook geen schep bij zich had, om zichzelf eruit te kunnen graven. Lekker stel!
Ik kom ook nog Nederlanders tegen. Rob en Antoinette en hun zoontje Luka. Ze hebben een landrover gehuurd: 1000 Euro per week. Hij heeft er thuis ook een, maar hij vond het voor een paar weken teveel gedoe om die te rijden of te verschepen.
En nu ben ik alweer terug in Lethakane waar ik op de computer in het Postkantoor zit te schrijven. Straks rij ik nog verder terug over het asfalt naar de onverharde toegangsweg tot het Central Kalahari Game reserve.
Ik weet nog niet waar ik vannacht zal slapen. Vanaf morgen heb ik er helaas maar twee nachten kunnen boeken. Ik ga proberen er dwars doorheen te rijden en dan aan de Namibische kant bij de Xade poort er weer uit. Volgens de department of wildlife kan dat met mijn auto wel. Ik hoop dat ze gelijk hebben.,
vanaf de Xadepoort is het nog twee dagen rijden tot ik weer in Windhoek ben.
Dit is ook allemaal San gebied en mischien kan ik nog wat dorpjes onderweg bezoeken.
Waarschijnlijk zal het volgende verslagje pas uit Windhoek kunnen komen. De 15e vlieg ik alweer terug. Als ik tenminste niet door de leeuwen wordt opgegeten, want de leeuwen van de Kalahari zijn de grootste ter wereld. en ik dacht dat ze in Etosha groot waren!!
Ik slaap maar lekker in mijn auto, met de klep dicht en extra veel water en diesel en eten erin.
tot hopelijk de volgende:
Fred

  • 09 Augustus 2011 - 12:51

    Jovan:

    Hallo fred,
    geweldig dat we je reis zo goed kunnen volgen. Geniet zo een mee van alle gebeurtenissen. Dat er mensen zijn die te weinig drinkwater meenemen in dat gebied.
    Een goede reis

  • 09 Augustus 2011 - 13:00

    Gaston:

    Hallo Fred, Het gaat geweldig met je, je verteld genoeg om ons nieuwsgierig te houden. We zijn erg benieuwd naar je foto's en maken dan de reis nog meer mee.

    Gaston

  • 09 Augustus 2011 - 19:16

    Tineke:

    Hoi Fred,
    Ik smul van je verhalen over wat je allemaal beleeft. Negentien jaar geleden was ik ook in dat gebied en nu komt dat weer extra naar boven bij het lezen van je berichten. Ben heel benieuwd naar je foto's.

    Groeten

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Fred

Een photo zegt meer dan 1000 woorden. Zie mijn photosite op Flickr.com/photos/AlfredDaniels. Gymn. B. Sociale- en Culturele Antropologie in Leiden. Vele jaren in Azie: India, Maleisie; Thailand. Onderzoek bij jagers/verzamelaarsvolken. Zeven jaar gereisd in de Verenigde Staten. Nu op reis voor een nog onbekend aantal jaren in Afrika. Op zoek naar het Paradijs: nog niet gevonden. Wel gevonden: het wonder op de planeet Aarde. onderstaand artikel n.a.v interview door Alfons de Wit. Alfred Daniels zoekt naar de oorsprong van het leven. Alfred Daniels maakte, na het behalen van zijn Gymnasium bêta-diploma een opmerkelijke keuze. Waar een studie medicijnen; mechanica of natuurkunde voor de hand zou hebben gelegen, koos hij voor culturele antropologie. “Ik was geboeid geraakt door de vraag waar het leven vandaan is gekomen en hoe de mensheid zich ontwikkeld heeft. Dan kun je de verhalen lezen van archeologen, die vaak moeten uitgaan van allerlei ver- en vooronderstellingen, maar je kunt ook zelf gaan kijken bij de jagers- en verzamelaarsvolken. Dat zijn volken die in de manier waarop ze met de natuur omgaan nog het dichtst bij de oorsprong van het menselijk leven zijn gebleven. Er zijn nog een paar kleine groepjes over in de wereld. Kijk, toen ik nog studeerde in Leiden bestonden er al wel onderzoeken waarbij enkele individuen van zulke jagers-en verzamelaarsvolken buiten hun woon- en leefgebied zijn onderzocht. Die waren meegenomen naar de beschaafde wereld en die heeft men toen geprobeerd te interviewen en hun taal en hun verhalen op te schrijven. Als je echter een beeld van hun leefomstandigheden wil krijgen dan zul je de mensen ook in hun leefomgeving moeten observeren. Of dat gevaarlijk is? Ik weet het niet. Je moet ze met open blik tegemoet treden en primitief kunnen leven. Gelukkig hebben we nu ook moderne medicijnen en snel vervoer voor als het mis gaat. Kijk zij hebben ook een bepaald comfort in hun leven, maar dat zit in kleine dingen en alleen als je met hen samenleeft kun je daar ook van genieten: lekkere dingetjes om te eten, een heerlijk beschut plekje om te slapen. Ze leven in kleine groepen van maximaal 35 mensen die van bladeren en takken een hutje bouwen. Als het voedsel, dat ze rond hun kampje verzamelen, begint op te raken pakken ze hun spullen op hun rug en maken ze een nieuw kamp een paar kilometer verderop. Als mens kijken ze echt door je heen. Ze hoeven niets van jou, dus het persoonlijke contact is alles voor hen. In Maleisie is zo' n groep waarvan bekend was dat ze zo schuw waren dat je er alleen maar lege dorpjes kon zien, waaruit de mensen weggelopen waren. Ik werd daar onmiddellijk geaccepteerd en toen ik vroeg waarom ze niet weggelopen waren toen ze mij zagen komen, zeiden ze ‘Als je ogen het zelfde uitstralen als je hart, dan kunnen we wel met je omgaan’. Misschien is dat bij mij het geval, want ik heb nog nooit problemen gehad om contact te leggen met zulke volken. Daniels ging op zijn twintigste al, over land, naar India. “in dat deel van Azie zitten nog wel 200 stammen, volken. Bovendien is India een van de oudste en meest invloedrijke culturen in Azie, met een grote diepgang. Op de universiteit ontmoette ik mijn vriendin Corry van der Sluijs, waarmee ik jarenlang samen heb gereisd. Helaas is zij in 2002 aan kanker overleden en sinds die tijd ga ik weer alleen op pad. Begin van dit jaar ben ik naar Afrika gegaan. Ik heb tweedehands een auto gekocht waarmee ik in de bush uit de voeten kan en ik ben eerst door het Krugerpark getrokken en daarna vooral in de Kalahariwoestijn. In zuidelijk Afrika leven de San of bosjesmannen. Er liggen ook nog savannegebieden, waarvan gedacht wordt dat het de omgeving is waar in de oudheid de eerste mensen rechtop zijn gaan lopen. Ook de dieren waarop ze gejaagd hebben zijn daar nog in het wild te observeren. Ja, de eerste mensen hebben zich ontwikkeld in Afrika; alle opgravingen wijzen daarop. Hoe zij hun eigen wereld beleven, dat is nu mijn belangrijkste thema. Het grootste verschil met ons is dat ze leven in een organische verbondenheid met hun omgeving. Alles in hun omgeving heeft een levende ziel en hoewel alles voortdurend van vorm verandert: alles groeit, alles beweegt, blijft het dezelfde ziel houden. Door de kracht van hun eigen ziel hebben ze mentaal invloed op hun omgeving. Daardoor hebben ze een volledig vertrouwen in de natuur en leven met de zekerheid dat ze altijd genoeg zullen hebben. Als ze bedreigd zouden worden of als er te weinig regen valt, dan trekken ze weg naar een ander deel van de natuur. Ze bezitten weinig maar ze hebben het gevoel dat alles om hen heen voor hen is. Het is inderdaad dichtbij het paradijs” Daniels doet zijn werk volledig onbetaald en ontvangt van geen enkele instantie subsidie. “Het zou wel lekker zijn, maar ik kan mezelf financieel net overeind houden. Ik ga wel naar internationale conferenties, maar ik heb voor mijn werk nog nooit iets gevraagd en ook nog nooit gesolliciteerd. Mijn manier van leven heeft als voordeel dat ik me geen zorgen hoef te maken voor een carrière, ik hoef geen baas naar de mond te praten, en niemand te overtuigen van het nut van wat ik doe. Ik doe dus precies datgene waarvan ik vind dat dat belangrijk is en dat dat nodig is. Daardoor kijk ik ook heel open naar de wereld om mij heen en vaak loop ik tegen zaken aan waarvan ik denk ‘dat niemand daar nou nog is opgekomen’. Als ik het dan belangrijk vind breng ik het onder de aandacht en kunnen degenen wiens baan dat is er misschien iets aan doen. Zo werd laatst een hele grote milieuconferentie gehouden in Kopenhagen. Ik kreeg het programma in handen en zag dat er geen woord in stond over flairs, dat zijn affakkelinstallaties op gas- en olievelden. Die staan 24 uur per dag te branden en roet uit te stoten. Ze brengen methaangas tot heel hoog in de atmosfeer, waar het niet kan uitregenen. Methaan is 23 keer slechter voor het broeikaseffect dan CO2. Ik heb een mail gestuurd naar de VN organisatie die verantwoordelijk was voor toezicht op de olie-en gasbronnen. Met de milieuconferentie in het vooruitzicht moesten ze wel met een standpunt komen. Twee weken na mijn mail was er 200 miljoen beschikbaar om het flair probleem op te lossen. Zo heb ik ook indertijd iedereen die ik kende gewaarschuwd om niet naar Afghanistan te gaan. Het is een wespennest daar. Ik ben zelf in 1975, toen er nog geen sprake van oorlog was, een maand door Afghanistan gereisd. Sindsdien bleef ik de ontwikkelingen daar enigszins volgen. De oorlog daar gaat volgens mij helemaal niet om Taliban of El Queda of om de ontwikkeling van vrouwen en arme mensen. Het gaat om wegvallende defensie budgetten aan het einde van de koude oorlog. Verder praat niemand erover waar de heroine van Afghanistan blijft. Het land is de grootste heroine producent ter wereld. Kofi Annan heeft eens gezegd dat er in de handel in verboden drugs in de wereld evenveel geld omgaat als in de autoindustrie van Europa en Amerika tesamen. Ook schijnt niemand te weten dat er grote olie -en gas voorraden gevonden zijn in het noordoosten van Afghanistan in het midden van de jaren zeventig, waarna er een stammenstrijd om de macht (contracten) ontstak. Ik heb er ook voor gewaarschuwd dat een enkele muntsoort voor heel Europa het onmogelijk maakt om verschillen in welvaartsontwikkeling tot uitdrukking te brengen, zoals voorheen gebruikelijk was door middel van inflatie van een muntsoort. Daarom waren de Peso, de Lira en de Dragme zoveel minder waard dan de D-mark en de Gulden. Het risico dat de ondernemers snel en flexibel konden incalculeren wordt nu dus afgewenteld op de overheid die geen ander middel beschikbaar heeft dan het door te schuiven op de belastingbetaler. Helaas wilde men naar deze adviezen indertijd niet luisteren, hoewel velen moeten hebben begrepen dat ik gelijk had. Het zal een kwesties van eigenbelang en geld zijn: mooie baantjes voor mensen met veel ego en een middelmatig verstand, wat ze echt niet opgeven voor het algemeen belang, ook al worden ze betaald om juist dat te behartigen. Zulk soort ongevraagde en onbetaalde adviezen doe ik de laatste twintig jaar wel een paar keer per jaar; soms met de politiek, soms met de ontwikkeling van onze samenleving of wat goed is voor ons allemaal." Alfred Daniels kijkt uit naar de maand december. Dan pakt hij weer zijn rugzak om voor enkele maanden af te reizen naar Afrika, op zoek naar nieuwe inzichten in het ontstaan en de ontwikkeling van de mensheid. Ik begrijp het leven nu wel veel dieper dan 30 jaar terug, maar het blijft een wonder en een passie om er zoveel mogelijk van te leren. ” Wie zijn reizen in Afrika wil volgen moet blijven kijken op de weblog: freddaniels.waarbenjij.nu

Actief sinds 26 Dec. 2010
Verslag gelezen: 359
Totaal aantal bezoekers 344155

Voorgaande reizen:

27 December 2010 - 15 Augustus 2023

Zuidelijk Afrika

Landen bezocht: